Prince zet de regen naar zijn hand tijdens de Super Bowl

Na Janet Jackons beruchte kledingblunder tijdens de Super Bowl in 2004 - later bekend als ‘Nipplegate’ - willen producers van de Super Bowl het zekere voor het onzekere nemen. Daarom gaan ze de jaren erna voor iconische acts uit eerdere tijden, om verzekerd te zijn van een solide optreden.

In 2005 treedt Paul McCartney op en in 2006 staan de Rolling Stones op het podium. In 2007 wordt Prince gevraagd om tamme versies van zijn hits uit de jaren 80 te spelen tijdens de show, een scherp contrast met de grensverleggende en provocerende stijl die hem destijds kenmerkte. Dit weigert hij; Prince staat erop een rauwe, spectaculaire uitvoering te geven met zijn kenmerkende seksuele energie.

Regen in Miami

De Super Bowl staat bekend om zijn extravagante halftime shows, maar zelden werkt het weer zo mee als in Miami op 4 februari 2007. Kort voor de aftrap begint het te regenen. En niet een beetje ook. Waar andere artiesten misschien zouden balen, ziet Prince het juist als een kans. “Can you make it rain harder?”, vraagt hij aan de producer die kort voor de show het ‘slechte’ nieuws komt melden. Zo ontstaat een decor dat niet gepland had kunnen worden.

Muzikaal spektakel

Prince trapt het optreden af met een krachtige versie van Let’s Go Crazy, gevolgd door een verrassende medley van 1999, Baby I’m a Star en Creedence Clearwater Revivals Proud Mary. Zijn band, de New Power Generation, en de achtergrondzangeressen van The Twinz vullen hem naadloos aan.

Het absolute hoogtepunt komt op het einde als er een gigantisch lichtgevend silhouet van Prince omhoog rijst en hij zijn spektakel in de stromende regen afsluit met Purple Rain. Door het gehele stadion klinkt de geliefde gitaarsolo, waarmee Prince op deze regenachtige zondagavond opnieuw de geschiedenisboeken ingaat.