NPO Soul & Jazz

Sound of Surinam (6): Max Woiski Jr, Lex van Spall, Max Nijnam

  1. Nieuwschevron right
  2. Sound of Surinam (6): Max Woiski Jr, Lex van Spall, Max Nijnam

'Poku' voor de 'Yeke'.

Vooropgesteld, kolonialisme was verkeerd, om nog maar te zwijgen van slavernij. Feit is wel dat Suriname hierdoor onlosmakelijk is verbonden met ons koude kikkerland en dat heeft ons op muzikaal vlak geen windeieren gelegd. In het kader van het 40-jarige jubileum van de onafhankelijkheid van Suriname op 25 november 2015 maken wij een bloemlezing van Surinaamse poku (muziek) voor de yeye (ziel). Vandaag deel 5, lees hier deel 1, deel 2, deel 3, deel 4 en deel 5.

16. Max Woiski jr.

Wanneer iemand junior als toevoeging heeft bij zijn naam, kun je er niet om hem heen om ook aandacht te besteden aan senior. En in het geval van Max Woiski is dat ook meer dan opportuun, want het is aan senior te danken dat junior niet alleen kennismaakt met het maken van muziek, maar ook dat hij al op jonge leeftijd in Europa terecht komt. Junior wordt weliswaar in 1930 in Paramaribo geboren - als Max Rene Valentino Mackintosh - maar hij laat zijn thuisland al snel achter zich, wanneer zijn vader naar Mallorca vertrekt om daar een club te openen.

Na wat omzwervingen komen junior en senior in Amsterdam terecht. Senior opent daar zijn eigen nachtclub bij het Leidseplein, La Cubana, waar livemuziek een belangrijke rol speelde. Ook junior opende een nachtclub in Amsterdam, La Tropicana genaamd. De club was voor de zingende en gitaarspelende junior de uitgelezen locatie om met zijn orkest te spelen, met wie hij Latijnse stijlen als merengue, cumbia, calyspo en samba speelde.

Geef hem rijst en kouseband

Zijn club groeit uit tot een begrip in Amsterdam en omstreken. Een ieder die houdt van Latijnse ritmes en dans weet zijn weg te vinden naar La Tropicana. Het grote publiek maakt kennis met Woiski begin jaren '60 als hij in korte tijd drie tracks uit brengt, '(Oh Nederland, Geef Mij) Rijst en Kouseband', 'Beter Dan Ooit' en 'Je Bent Nog Niet Gelukkig Met Een Mooie Vrouw'. Die laatste is een cover is van 'If You Wanna Be Happy', waarvoor onder andere Joost den Draaijer de Nederlandse tekst voor zijn rekening neemt. Jaren later neemt Trafassi samen met rapper Keizer dit nummer onder handen.

De hits brengen Woiski faam in Nederland en Suriname en hij wint zelfs een Edison. Met zijn orkest gaat het minder goed, voornamelijk op zakelijk gebied. De bandleden zijn freelancers en nemen her en der andere klussen aan, bijvoorbeeld als begeleidingsband van de Golden Earring voor de track 'Dong Dong Diki Digi Dong'. Nadat Woiski weigert de orkestleden een loonsverhoging te geve, stapt een aantal muzikanten op en sluiten zich onder de naam Ritmo Natural bij Hans Dulfer aan. Woiski blijft tot aan zijn dood in 2011 in Nederland wonen.

Kijk en luister naar een medley van Max Woiski Jr.:

17. Lex van Spall

Hij was er vroeg bij, Alexander van Spall, die in 1903 in Paramaribo werd geboren. Lex, zoals hij zich later ging noemen, was namelijk de eerste Surinamer die in Nederland als jazzmusicus en orkestleider bekend werd. Hij was 18 toen hij in 1921 in Nederland arriveerde, waar Van Spall aanvankelijk als bankbediende aan het werk ging. Hij speelde toen al gitaar en sopraansaxofoon en komt in 1923 terecht bij de Haagse Original Jazz Syncopators.

En met deze Synocaptors had Van Spall ook een unicum. In 1924 speelde Van Spall namelijk de allereerste jazzgitaarsolo voor een Nederlandse radiomicrofoon. Tijdens een vakantie in Engeland komt hij in Londen in aanraking met de Oxley Band en daar waren ze zo onder de indruk van zijn blaaspartijen dat hij mee mocht op wereldtournee, waardoor hij speelde in Shanghai, Hongkong, Australië en Mumbay. Daarna had Van Spall de smaak te pakken wat betreft reizen want met zijn eigen orkest trad hij ook op in Azië en woonde zelfs anderhalf jaar in Rangoon (Birma).

Ondanks de nazi's

Eind jaren 20 kwam Van Spall weer terug in Europa waar hij in eerste instantie woonde en werkte in Berlijn. In 1933 hield hij het echter voor gezien in de Duitse hoofdstad wanneer Hitler's NSDAP de macht grijpt en het klimaat in Duitsland voor laten we zeggen niet-Ariërs met rasse schreden veranderde. Daarom keerde Van Spall weer terug in Amsterdam waar hij aan de slag ging bij de revueshow Chocolate Kiddies, waarmee hij optrad in de grote dancings van Nederland. Een jaar later maakte Van Spall deel uit van het orkest van Freddy Johnson met wie hij een aantal platen opnam voor het label Decca.

In 1940 speelde Van Spall nog op het laatste Jazzwereld-Feest, dat door de oorlog niet meer plaats zou vinden. Van Spall bleef overigens optreden in de Tweede Wereldoorlog en in 1943 maakte hij zelfs voor de Nederlandsche Omroep in het Grand Theater Gooiland in Hilversum nog opnames die later dat jaar werden uitgezonden. Na de oorlog draaide hij voor een tijdje de muziekwereld de rug toe om met zijn vrouw een modezaak in Hilversum te openen. Maar ook zijn bloed kroop waar het niet gaan kon, want in 1948 formeerde hij zijn Habanera-orkest, waar ook Max Woiski Sr. een rol in speelde en waarmee hij radio-optredens had voor onder andere de Avro. Eind jaren 50 tourde Van Spall door Duitsland en Zweden, daarna verdween hij in de anonimiteit.

18. Max Nijman

Soulman Number One is zijn bijnaam die weinig aan de verbeelding over laat. Maar zo'n naam krijg je natuurlijk niet zomaar. Max Rijnier Nijman (1941) werd op zijn 16de al op het juiste spoor gebracht doordat hij bij de plaatselijke voetbalclub uit Moengo al covers van Brook Benton zong en hij op de Surinaamse radar kwam. Hij trad ook op Brook Benton, net zoals met Wilson Pickett en Johnny Nash.

Hij tourde vervolgens door Suriname waarna hij werd gevraagd om in Trinidad op te treden bij de Caraïbische zanger Mighty Sparrow. Die hield een soort wedstrijd waar Nijman won en als prijs een nummer mocht opnemen met het combo van Mighty Sparrow. Dat nummer heette 'Ai Sranang' een soultrack in het Sranan Tongo, dat uitgroeide tot een hit in zowel Suriname als Trinidad. Niet lang daarna, vertrok hij in 1968 naar Nederland.

Bijlmerramp

Zeven jaar later, in het jaar van de onafhankelijkheid, verscheen het debuutalbum van Max Nijman, Katibo genaamd. Op het album zong hij in het Nederlands, Engels en Surinaams en met name in Suriname scoorde hij hits met Katibo, Adjossi en Ai Sranan. Daarna volgde nog twee albums, maar in de jaren tachtig deed Nijman het wat rustiger aan.

Op veler verzoek besloot hij in 1986 weer de handschoen op te pakken en nieuw materiaal op te nemen. In 1992 verscheen zijn album Positive waarop een ode aan de slachtoffers van de Bijlmerramp stond. Eind jaren 90 versclechterde zijn gezondheid en werd het opnemen van nieuw materiaal steeds lastiger. In 2005 kreeg Nijman uit handen van president Ronald Venetiaan de 'Ridder in de Ere Orde van de Gele Ster' en om zijn 45 jarige jubileum te vieren, werd een groot concert gehouden ter ere van Nijman waar ook Percy Sledge zijn opwachting maakte. Je bent Soulman Number One of niet...

NB. Woensdag 1 juli vierde Suriname traditioneel de afschaffing van de slavernij. Onze Angelique besteedde in haar uitzending van die dag hier ruimschoots aandacht aan, met onder andere interviews met Roué Verveer en Sarah-Jane en natuurlijk met Surinaamse muziek. Luister hier haar uitzending terug.

Uur 1

To view this video please enable JavaScript, and consider upgrading to a web browser that supports HTML5 video

Uur 2

To view this video please enable JavaScript, and consider upgrading to a web browser that supports HTML5 video