NPO Soul & Jazz

Sound of Surinam (4): Lieve Hugo, Papa Touwtjie, Erwin Bouterse

  1. Nieuwschevron right
  2. Sound of Surinam (4): Lieve Hugo, Papa Touwtjie, Erwin Bouterse

'Poku' voor de 'Yeye'.

Vooropgesteld, kolonialisme was verkeerd, om nog maar te zwijgen van slavernij. Feit is wel dat Suriname hierdoor onlosmakelijk is verbonden met ons koude kikkerland en dat heeft ons op muzikaal vlak geen windeieren gelegd. In het kader van het 40-jarige jubileum van de onafhankelijkheid van Suriname op 25 november 2015 maken wij een bloemlezing van Surinaamse poku (muziek) voor de yeye (ziel). Vandaag deel 4, lees hier deel 1, deel 2 en deel 3.

10. Lieve Hugo

Hoewel hij werd geboren onder de naam Hugo Uiterloo, op 13 december 1934, is hij bekender onder zijn artiestennaam Lieve Hugo en zijn eretitel The King of Kaseko. Kaseko is typische Surinaamse dansmuziek, die een uitvloeisel is van de oorspronkelijke kawina, wat sinds 1900 door Creoolse straatmuzikanten in Paramaribo werd gespeeld. Lieve Hugo heeft dan weer specifiek een rol gespeeld in het toevoegen van vocalen in Kaseko, door Winti-liederen te introduceren in de muziek. Winti is een natuurgodsdienst die zijn oorsprong vindt in West-Afrika en die Afrikanen in tijden van slavernij meenamen naar hun nieuwe gedwongen plaats van bestemming en aldaar hun goden (zoals Moeder Aarde) bleven bezingen.

Wasbord-orkest

Lieve Hugo had ook gegronde redenen om goden te bezingen voor een beter leven of een beter hiernamaals, aangezien hij zijn jeugd doorbracht in een tehuis voor moeilijk opvoedbare kinderen. Daar begint hij ook met zingen, in het Centraal Koor van de Rust & Vrede-kerk in Paramaribo. Bovendien speelt hij drums in het bandje Sluisdom. Eenmaal volwassen sluit hij zich aan bij de kaseko-formatie Orchestra Washboard, waarin hij drumt en langzamerhand steeds meer zangpartijen voor zijn rekening neemt. Met zijn 'wasbordorkest' treedt Lieve Hugo in 1970 op tijdens het Holland Festival in het Concertgebouw in Amsterdam en vooral het nummer 'Langa Bere' doet het publiek steil achterover slaan.

Happy Boys

Ondertussen heeft hij ook al de diagnose maagkanker te horen gekregen. Artsen in Suriname adviseren hem om zich te laten behandelen in Nederland, waardoor hij naar Amsterdam verhuisd en in de Bijlmerflat Gliphoeve terecht komt en ongeveer gelijktijdig een platencontract tekent bij EMI. Tegen het doktersadvies in blijft Hugo stevig roken en drinken. Met zijn band The Happy Boys brengt Lieve Hugo in 1974 het album King of Kaseko uit, waarop kaseko wordt vermengd met afro-cubaanse muziek en calypso.

Het album wordt een succes, niet alleen in Nederland en Suriname maar ook in Zweden. De aanpalende tournee een jaar later verloop succesvol, hoewel zijn gezondheid achteruit holt. Dit is ook het jaar van de onafhankelijkheid van Suriname en om die reden duikt Lieve Hugo de studio in om hiervoor een album te maken. Tijdens een optreden bij de Stichting Opvang Surinamers Amsterdam wordt hij echter onwel en enkele dagen later, op 15 november overlijdt Hugo aan zijn ziekte.

Erfenis

The Happy Boys nemen zonder Hugo nog twee platen op om zijn muzikale erfenis levend te houden. In 2008 wordt een documentaire over zijn leven gemaakt. In dat jaar is ook een concert ter ere van Lieve Hugo in het Concertgebouw, waar artiesten als De Dijk, Oscar Harris, Ronald Snijders, Berget Lewis en Edgar Burgos samen met het Metropole Orkest de legende van Lieve Hugo levend houden. De Dijk neemt zelfs een liedje op van Lieve Hugo - 'Mira' - dat verschijnt op hun album Brussel.

11. Papa Touwtjie

Het begint allemaal in de gevangenis. Johan Eduard Touwslager (van 21 december 1968) komt uit een gezin van 14 kinderen in Paramaribo en groeit op voor galg en rad. Hij neemt het principe van draaideurcrimineel wel heel letterlijk aangezien hij meer dan 10 keer dezelfde winkel overvalt en hij bij de laatste keer in zijn been wordt geschoten en een tijdje moet zitten, overigens niet nadat zijn been is geamputeerd. De gevangenis komt hij tot inkeer en beseft dat hij het over andere boeg moet gooien wil hij niet voortijdig en roemloos aan zijn einde komen. In de piskalat (petoet) komt Johan in aanraking met de typische Jamaicaanse muziekstijlen reggae en dancehall en ontdekt zijn roeping.

Begin jaren negentig komt hij op vrije voet en richt zich op een muziekcarrière en vanzelfsprekend koos hij voor dancehall, met dien verstande dat hij in het Surinaams - Sranantongo of Nengre - zijn teksten spit. Zijn eerste album Gangster verschijnt al snel en met name onder de Surinaamse jeugd maakt hij zich hiermee populair. Niet alleen omdat hij de eerste artiest is die rapt in Surinaams, maar voornamelijk om zijn rauwe en kritische teksten, waarmee hij door velen als de opvolger van Lieve Hugo wordt gezien. Zo speekt hij van een Afrikaanse holocaust als het gaat over 500 jaar slavernij en je kunt je voorstellen dat hij daarmee tot diep in de ziel van de Surinamers doordringt.

Opruiend

In zijn teksten fulmineert hij bovendien niet zelden tegen de politie, aangezien hij hen verantwoordelijk houdt voor het verlies van zijn been omdat hij met zijn schotwond nog een paar uur in zijn cel lag te creperen voordat hij werd behandeld. In zijn liedjes trekt hij daarom stevig van leer tegen de politie, die op hun beurt een optreden van Papa Touwtjie tijdens het Marwina Festival urenlang stilleggen. Ook worden Kamervragen gesteld naar aanleiding van teksten over corrupte politici. En zoals het een rapper betaamt, mag hij graag pochen over zijn gangsterverleden en hoe de rest in het niet valt bij zijn gangsterverleden.

Al met al is het niet heel verrassend dat Papa Touwtjie door geweld om het leven komt. Niet voor niets wordt hij constant begeleid door bodyguards als hij in het openbaar verschijnt. Volgens de officiële berichtgeving verliest Papa Touwtjie het leven door een 'huiselijke drugsruzie', waarbij hij en zijn broer op 9 juni 2005 door een jongere broer worden neergeschoten. Onderweg naar het ziekenhuis overlijdt Papa Touwtjie aan een slagaderlijke bloeding. Hij laat 10 albums achter, waarop hij met name de worstelende jeugd heeft geïnspireerd om ook muziek van de straat te maken.

12. Erwin Bouterse

Erwin Bouterse & His Rhythm Cosmos. Erwin Bouterse & The Group Roetoe en het geniale funk/soul-album Surinam! Boogie & Disco Funk from The Surinamese Dance Floors '76-'83, dat is waarvan we Erwin Bouterse kennen. En hoewel hij daarmee de nagenoeg meest swingende Suristar is die we tot op heden zijn tegengekomen bij deze bloemlezing, is verder vrij weinig over hem te vinden op het internet. Eén zinnetje lazen we over de swingende funkkoning: Geboren in 1947 en medio jaren zeventig naar Nederland gekomen. We roepen een ieder op die meer informatie heeft over Erwin Bouterse zich te melden op roberto@radio6.nl, zodat we zijn bio volledig kunnen krijgen en wie weet kunnen we zelfs een interviewtje regelen of iets dergelijks. Want wat een fijne muziek maakt de man.

NB. Mocht je Surinaamse artiesten weten, die absoluut niet mogen ontbreken in onze bloemlezing, laat je horen in de comments, hier of op Facebook.