Lorrainville

Alleen maar een albumcover

Lorrainville begint in 2011 met een albumcover. Zonder muziek of artiesten. Producer Guido Aalbers speelt het spel ‘Make your own album cover’ op Facebook. Het spel creëert een willekeurige bandnaam via Wikipedia, een willekeurige albumnaam via quotationpage.com en een willekeurige hoes op Flickr.

Aalbers ontwerpt aan de hand van dit spel de albumhoes You May Never Know What Happiness Is van de niet-bestaande band Lorrainville en besluit aan de hand van zijn album een band bij elkaar te sprokkelen.

Muzikanten verzamelen

De producer zet op Facebook dat hij van Lorrainville een echte band wil maken en het album You May Never Know What Happiness Is daadwerkelijk  wil uitbrengen. Binnen een paar uur melden al verschillende muzikanten zich voor Aalbers' project, zoals Erik Neimeijer, Erwin van der Brugt en Bertolf Lentink. Meer zullen volgen.

Met de cover als inspiratie gaan verschillende muzikanten aan de slag om een plaats te bemachtigen in Lorrainville. In totaal kreeg Aalbers meer dan vijftig nummer  binnen van singer/ songwriters. De plaat is een gelegenheidsproject en alle muzikanten werken mee voor hun eigen plezier of uitdaging; geen budget.

Debuut

Guido Aalbers beschrijft You May Never Know What Love Is als een melancholische singer/songwriter-plaat met invloeden van Americana met als referenties het rustigere werk van Ryan Adams, Elliott Smith en Ray LaMontagne.

De online single is ‘Lost’, het eerste wapenfeit van Lorrainville. You May Never Know What Love Is komt 28 november 2011 uit. Onder andere Ilse DeLange, Peter Slager (bassist van Bløf), Bertolf en Anneke van Giersbergen van The Gathering leveren hun bijdrage aan het album. Het album wint in 2013 de EdisonPop juryprijs. 

Desire The Reckless

Drie jaar na het succesvolle debuut brengt Lorrainville in november 2014 tweede plaat Desire The Reckless uit. De plaat telt zestien nummers die, net als op You May Never Know What Love Is, door verschillende songwriters zijn geschreven. Met nummers van onder anderen Bertolf Lentink, Tommy Ebben en Dennis Kolen.