Artiest

Roger Daltrey

  1. Artiestenchevron right
  2. Roger Daltrey

Roger Daltrey is een Britse zanger en acteur, vooral bekend als frontman van rockband The Who. De band heeft grote successen in de jaren zestig en zeventig. Buiten The Who om heeft hij solohits met Giving It All Away, Say It Ain’t So Joe en Without Your Love.

Biografie

Roger Harry Daltrey wordt op 1 maart 1944 geboren in Hammersmith, Londen. Hij is een voorbeeldig scholier tot hij rock-’n’-roll ontdekt. Op school leert hij Pete Townshend en John Entwistle kennen. Op zijn dertiende bouwt Daltrey zijn eigen gitaar uit een stuk hout. Hiermee sluit hij zich aan bij de skifflegroep The Detours. Zijn vader koopt hem twee jaar later een echte gitaar, wanneer hij ziet dat zoonlief serieus muzikant wil worden. Kort daarna wordt hij van school gestuurd. Wanneer Daltrey erachter komt dat de naam The Detours al wordt gebruikt door een andere band, gaat hij op zoek naar een andere bandnaam. Aangevuld met drummer Keith Moon maakt het kwartet in 1964 zijn eerste plaatopname, I’m The Face, onder de nieuwe naam The Who. Ze twijfelen nog heel even over de naam The High Numbers, die ze gebruiken voor slechts één single; Zoot Suit.

The Who

Onder de naam The Who nemen de schoolvrienden in 1965 het debuutalbum My Generation op. Het titelnummer staat eind dat jaar in de Nederland top 10. Samen met The Beatles en The Rolling Stones behoort The Who tot een van de populairste gitaarbands uit de jaren zestig en scoort na de doorbraaksingle nog zes top 10-noteringen in ons land: Substitute, I’m A Boy, Happy Jack, Pictures Of Lily, Won’t Het Fooled Again en See Me, Feel Me. Ook de studioalbums Tommy en Who’s Next bereiken de top 10, evenals de elpee Live At Leeds. Roger Daltrey speelt de hoofdrol in de verfilming van de rockopera Tommy. Dat zet ook de deur open naar latere acteerklussen, waaronder de rol van de klassieke componist Franz Liszt in de film Lisztomania, waarvan Yes-toetsenist Rick Wakeman de soundtrack maakt.

Solo

In 1973, hetzelfde jaar dat The Who’s tweede rockopera Quadrophenia verschijnt, brengt Roger Daltrey zijn solodebuut uit, simpelweg Daltrey geheten. Hierop staat het door Leo Sayer geschreven liedje Giving It All Away. Deze single wordt een top 5-hit. De albums Ride A Rock Horse en One Of The Boys zijn geen grote successen, al brengt die laatste wel de top 20-hit Say It Ain’t So Joe voort. Daltrey vertolkt in 1980 een glansrol in de film McVicar, waarbij hij ook de soundtrack maakt. De daarvan afkomstige ballad Without Your Love bereikt in mei 1981 de tweede plek van de hitlijsten, onder Making Your Mind Up van Bucks Fizz, het winnende songfestivalnummer van dat jaar. Platenfirma Polydor brengt snel daarna een Best Of-album van Roger Daltrey uit.

CSI

Daltrey heeft in 1984 nog een klein hitje met Walking In My Sleep van de elpee Parting Should Be Painless, maar daarna is het gedaan met zijn solohits. Dat terwijl zijn volgende plaat Under A Raging Moon bijdrages bevat van Pete Townshend, Bryan Adams, Stewart Copeland, John Parr en Queens Roger Taylor. In de jaren nadien volgen er nog diverse reünies van The Who, klein en groot, zelfs na het overlijden van Keith Moon en John Entwistle. De muziek van de band blijft geliefd, met name doordat hun songs als tunes gebruikt worden voor de diverse CSI-series. In de nieuwe eeuw brengt Daltrey nog een paar platen uit: Going Back Home met Wilko Johnson, As Long As I Have You en een nieuwe opname van rockopera Tommy met een orkest.