Artiest

Bassekou Kouyate

  1. Artiestenchevron right
  2. Bassekou Kouyate
De kora, de balafoon, de talking drums; we kennen ze inmiddels wel. Maar de ngoni is nog steeds een van de muzikale geheimen van West-Afrika. Wie dé ambassadeur van de stokoude viersnarige luit - het sleutelinstrument in de griotcultuur - gaat worden is wel duidelijk: Bassekou Kouyaté. De Malinees is de nieuwe sensatie van de West-Afrikaanse scene. Beluister 4 nummers online opgenomen in Utrecht voor Radio6.

De kora, de balafoon, de talking drums; we kennen ze inmiddels wel. Maar de ngoni is nog steeds een van de muzikale geheimen van West-Afrika. Wie dé ambassadeur van de stokoude viersnarige luit - het sleutelinstrument in de griotcultuur - gaat worden is wel duidelijk: Bassekou Kouyaté. De Malinees is de nieuwe sensatie van de West-Afrikaanse scene. Geboren in Garana, vijftig kilometer van Ségou, opgegroeid met een griotzangeres als moeder en een ngoni-virtuoos als vader. Op zijn negentiende verhuist Bassekou naar Bamako waar hij koraspeler Toumani Diabaté ontmoet. Eind jaren tachtig wordt hij lid van Toumani's groep en speelt op albums als Songhai en Djelika. Daarna wordt hij de favoriete ngoni-speler van Ali Farka Touré, en is onder meer te horen op diens postume meesterwerk Savane. Maar ook buiten Mali valt zijn ngoni-spel steeds meer op. Zo doen onder meer Taj Mahal, Dee Dee Bridgewater, Carlos Santana en U2 een beroep op zijn virtuositeit op de 'Afrikaanse banjo'. Ook op de laatste Youssou N'Dour is Kouyaté prominent aanwezig. Met zijn recente debuut Segu Blue treedt de Malinees definitief uit de schaduw van de Malinese grootmeesters. En hoe. Segu Blue - bekroond met een BBC Award voor 'beste wereldmuziekplaat van 2007' - werd opgenomen met zijn eigen band Ngoni Ba ('de grote ngoni'). De band bestaat behalve uit zijn vrouw, de eveneens niet onbekende topzangeres Amy Sacko - die wel de Tina Turner van Mali genoemd wordt - uit drie extra ngoni-spelers. Het is Mali's eerste ngoni-kwartet en een gouden greep. De ngoni's - verschillende modellen - bieden een kleurrijke Bambara-mix vol subtiel vervlochten ngoni-getokkel. De ene keer bedwelmend trancy met dromerige vrouwenzang, dan fris en funky, en net zo goed - vooral op het podium - rauw en rock 'n' roll met raspende vocals, gierende 'gitaren' en opzwepende talking drums. Of ze nu optreden op Roskilde, een Malinees dorpsplein of op een G8-top voor Bush, Blair en Poetin; de reacties zijn overal lyrisch.