Artiest

Frans Halsema

  1. Artiestenchevron right
  2. Frans Halsema
“Er schuilt een zekere onrechtvaardigheid in het feit dat de stem van Frans Halsema tien jaar na zijn veel te vroege heengaan, op de radio nog vooral te horen is in sketches en conferences uit zijn theaterprogramma’s met Gerard Cox,” merkte Michel van der Plas in 1994 op. Van der Plas schreef veel liedteksten voor Frans Halsema en zou graag willen dat men hem toch vooral herinnert als een groot zanger.

Pubertijd

Franciscus Aert Maria Halsema wordt op 1 september 1939 geboren in Amsterdam als zoon van een creatieve reclametekenaar en diens vrouw. Samen met zijn twee broers en zus voert de kleine Frans thuis toneelstukjes op die door zijn vader zijn geschreven. Eenmaal in z’n pubertijd blijkt dat Frans niet het type is dat graag in de schoolbanken zit. Zo verlaat hij voortijdig de Mulo en de banketbakkersschool om als jongste bediende aan de slag te gaan bij achtereenvolgens een kruidenierszaak, een kledingwinkel, een effectenkantoor en op de administratie bij een uitgeverij. Ondertussen zingt Frans op bruiloften en partijen, zichzelf begeleidend op gitaar, piano en accordeon. Zijn grote voorbeeld is Toon Hermans.

Wim Kan

Na zijn militaire dienst volgt Halsema een schrijfcursus en een avondopleiding op de cabaretschool van Bob Bouber. Daar krijgt hij les van onder anderen Wim Sonneveld, Luc Lutz en Bob Bouber zelf. Frans maakt zijn theaterdebuut bij het Pauze Cabaret van de City Music Hall in Amsterdam, waarna hij zich in 1961 als pianist aansluit bij Lurelei, de cabaretgroep van Eric Herfst. In Lurelei zitten ook grote talenten als Jasperina de Jong, Ben Rowold, Adèle Bloemendaal en Gerard Cox. In 1964 verzorgt Halsema samen met Rowold het tweewekelijks radioprogramma Parlando voor de VPRO. Datzelfde jaar verlaat hij Lurelei om in dienst te treden als zanger/pianist bij het ABC-cabaret van Wim Kan. Daar leert Halsema danseres Anke Cordess kennen met wie hij in het huwelijk treedt. Ze krijgen een zoon waarna hun huwelijk halverwege de jaren ’70 op de klippen loopt.

Spraakmakend

In 1967 besluit Frans Halsema om voortaan solo verder te gaan, een beslissing die hij een jaar later herziet als Gerard Cox hem vraagt om samen met hem een eigen theaterprogramma te maken dat revolutionair en baanbrekend moet worden. Ook Adèle Bloemendaal sluit zich aan bij het duo, waarna ze met veel succes de spraakmakende show Met Blijdschap Geven Wij Kennis op de planken brengen met teksten van onder anderen Guus Vleugel, Drs. P en Michel van der Plas. Wanneer Bloemendaal zwanger raakt, wordt zij met onverminderd succes vervangen door Connie Stuart. In 1971 speelt Halsema samen met Stuart een hoofdrol in de musical En Nu Naar Bed van Annie M.G. Schmidt en Harry Bannink, waarin hij het beroemde duet 'Vluchten Kan Niet Meer' met Jenny Arean zingt.

Cabarethistorie

In 1973 komt het tot een hernieuwde samenwerking met Gerard Cox. Met het theaterprogramma Wat Je Zegt Ben Je Zelf wordt cabarethistorie geschreven mede dankzij klassiek geworden persiflages op radiospelletjes als Raden Maar en Geen Ja Geen Nee. Na twee seizoenen besluit Halsema dat het tijd is voor een eigen soloprogramma dat in 1977 in première gaat onder de veelzeggende titel Ik Ik En Nog Eens Ik. In het programma laat Halsema zich meer van zijn serieuze, beschouwende kant zien. Dat hij daarmee minder succes heeft dan met al zijn vorige programma’s en musicals neemt hij voor lief. In 1980 gaat zijn tweede solovoorstelling Je Moet Er Geweest Zijn in première, gevolgd door Is Die Kruk Vrij? en Dag Droom.

Schorsing

In 1982 wordt Frans Halsema samen met Paul Haenen gevraagd een satirisch radioprogramma te maken voor de KRO, iets dat hij met veel enthousiasme doet. Het duo is wekelijks op de radio te horen in Nu Hoor Ik Het Ook, een programma vol satirische sketches en liedjes. Maar de soms bijtende humor van Halsema & Haenen valt niet bij iedereen in goede aarde. Het levert het duo zelfs een kortstondige schorsing op. Nadat Halsema & Haenen de KRO tv-serie De Weg op de hak hebben genomen, wordt hun radioprogramma definitief van de zender gehaald.

Overlijden

Zingen blijft voor Frans Halsema z’n lust en leven. Hij maakt diverse platen met licht melancholieke en vooral prachtige liedjes. Maar tot zijn grote spijt wordt geen van die platen een echt succes. Dat gebeurt pas na zijn dood. Ondertussen is Halsema van de drukke hoofdstad verhuisd naar het landelijk gelegen dorpje Dreumel in de Betuwe. In 1983, tijdens de voorbereidingen voor zijn volgende theatershow, krijgt hij last van z’n stembanden. In het Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis in Amsterdam wordt keelkanker bij hem geconstateerd. Halsema laat zich nog wel opnemen maar de ziekte kan niet meer worden bestreden. Op 24 februari 1984 overlijdt hij op slechts 44-jarige leeftijd. Frans Halsema wordt begraven op Zorgvlied.

Waardering

Pas na zijn dood begint men langzaam maar zeker grote waardering te krijgen voor met name de zangkwaliteiten van Frans Halsema. Liedjes als ' Zondagmiddag' 'Buitenveldert' en 'Voor Haar' blijken erg geliefd te zijn bij een groot publiek en groeien uit tot klassiekers binnen het Nederlandse liedrepertoire. Steeds meer dringt het besef door dat Frans Halsema inderdaad één van de grootste chansonniers is geweest die Nederland ooit heeft gekend.