Randy Weston

Thelonius Monk

Geboren in 1926 in Brooklyn, New York, hoeft Weston niet ver te reizen om vroege meesters van de jazz van dichtbij te bewonderen. In de verschillende jazzcafès die New York rijk is, laat hij zich nacht na nacht inspireren door artiesten als Count Basie, Nat King Cole, Coleman Hawkins en Duke Ellington. De meeste inspiratie haalt hij echter uit de muziek van pianist Thelonius Monk, welke hij bewondert om zijn originele en grensoverschrijdende melodiekeuze. Er ontstaat een vriendschap tussen de twee en Monk leert hem de fijne kneepjes van het vak.

Eerste opnamen

Zijn eerste opname als leider kwam in 1954, toen hij een platencontract bij Riverside Records in de wacht sleepte. Op dit album speelt Weston stukken van Cole Porter. In de jaren vijftig speelt hij door heel New York en schrijft hij zijn bekendste stukken zoals; 'Little Niles' 'Hi FlY' en 'Saucer Eyes'.

Afrikaanse Roots

Zijn Afrikaanse roots zijn een rode draad door Westons muzikale loopbaan. Zijn vader leert hem van kinds af aan dat hij een Afrikaan is die toevallig werd geboren in Amerika. Laat in de jaren zestig vertrekt Weston dan ook naar het Afrikaanse continent. Hij begint hier aan een muzikale trektocht door heel Afrika. Volgens Weston liggen de wortels van alle moderne muziek in Afrika; 'If you take out the African elements of bossa nova, samba, jazz, blues, you have nothing.  To me, it's Mother Africa's way of surviving in the new world".

African Rythms

Tijdens zijn verblijf in Afrika richt hij de culturele organisatie 'African Rhythms' op waarmee hij Afro-Amerikaanse festivals organiseert. Hij neemt er ook het album 'Tanjah' op samen met arrangeur/trombonist Melba Liston. Dit album werd genomineerd voor een Grammy. Vandaag de dag toert Weston nog steeds met bassist Alex Blake en Afrikaans percussionist Neil Clarke als het Randy Weston Trio de hele wereld over, soms versterkt met Trombonist Benny Powell en saxofonist T.K. Blue. In 2003 stonden ze op het North Sea Jazz festival in Den Haag.