Cerrone: dé inspiratiebron voor Nile Rodgers en Bob Sinclair
- Nieuws
- Cerrone: dé inspiratiebron voor Nile Rodgers en Bob Sinclair
Naakte vrouwen, hiphopsamples en Daft Punk.

Discomuziek met soulvolle en R&B-achtige stemmen, je zou niet verwachten dat dit van een blanke man komt met een Europees kapsel. Althans, dat dacht Nile Rodgers toen hij voor het eerst naar ‘Supernatural’ van Marc Cerrone (1952) luisterde. Over deze disco-goeroe is een korte documentaire gemaakt, naar aanleiding van een nieuw compilatiealbum dat vorige maand uitkwam. Hierin doet Cerrone zijn verhaal en vertellen onder andere Nile Rodgers, Bob Sinclair en Dimitri from Paris hoe hij hen heeft beïnvloed.
Van Jimi Hendrix-fan naar platencontract
Het begon allemaal met Jimi Hendrix, die voor het eerst een show speelde in Olympia in Parijs. Cerrone was bij dit optreden en raakte onder de indruk van de drummer. Vanaf dat moment wist hij dat hij ook drummer zou worden. Zijn moeder kocht een drumkit voor hem, maar zijn vader wilde niet dat hij muzikant zou worden, dus ging hij op 16-jarige leeftijd het huis uit. Hij kwam terecht in Saint-Tropez waar producer Eddie Barclay (de ontdekker van onder andere Charles Aznavour) hem opmerkte en een platendeal bood met zijn band Kongas.
'Love in C Minor'
Cerrone brak echt door met de soloplaat ‘Love in C Minor’, een track van ruim 16 minuten. Deze was natuurlijk veel te lang voor de radio en werd niet geaccepteerd bij platenlabels, omdat de bass en drums te hard waren. Cerrone richtte daarom zijn eigen label op en drukte 5.000 platen. Een aantal van deze platen kwam in de VS terecht waar hij werd opgemerkt vanwege de naakte vrouwen op de cover en het buitenaardse geluid van de plaat. Vervolgens maakte The Heart and Soul Orchestra een cover van het nummer waarmee het een top 10-hit in de Verenigde Staten werd. Cerrone reisde af naar New York en tekende bij Atlantic Records.
Dierenmaskers, fetisjisme en naakte vrouwen
Het succes kwam natuurlijk door zijn muziek, maar vooral ook door de omstreden platenhoezen en videoclips. In het begin werden deze als angstaanjagend gezien door het gebruik van dierenmaskers en fetisjisme, terwijl dit later werd vervangen door naakte vrouwen. Maar altijd met Cerrone als stijlvolle disco-goeroe in het midden. En altijd om te shockeren. Danceproducer Bob Sinclar zegt geïnspireerd te zijn door het kitscherige universum op deze covers. De vrouwen op de hoezen hebben hem namelijk geholpen in de creatie van zijn ‘Bob Sinclar’-imago. Dimitri from Paris stelt zelfs dat ze uniek zijn in de hele platen- en discogeschiedenis.
'Rocket in the Pocket'
Ook met het nummer ‘Rocket in the Pocket’ heeft Cerrone zijn sporen nagelaten in de muziek. Volgens Dimitri is het namelijk een culttrack geworden voor de eerste generatie hiphop-dj’s. Sinds eind jaren ’70 wordt de break in het nummer veelvuldig gebruikt door andere artiesten, zoals in 'Return of the Mack' van Mark Morrison, 'Paul Revere' van The Beastie Boys en 'Rock The Bells' van LL Cool J.
Cerrone - 'Rocket in the Pocket'
Mack Morrison - 'Return of the Mack'
Cerrone was er eerst
Nu realiseert men zich dat Cerrone er was, voordat iedereen er was. Hij verkocht veel Daft Punk-achtige platen, maar was er eerder dan Daft Punk. De twee acts hebben dan ook veel overeenkomsten en zijn beide twee van de meest gesampelde artiesten. Volgens Nile Rodgers is Cerrone's invloed op elektronische dancemuziek even belangrijk als Giorgio Moroder en Kraftwerk. Zo had Giorgio Moroder weliswaar Donna Summer voor de vocalen, terwijl de stem op de platen van Cerrone niet bekend was, maar net zo soulvol.
Bekijk hier de mini-docu over Cerrone:



