Artiest

The Kinks

  1. Artiestenchevron right
  2. The Kinks
Britse band die in de jaren '60, '70 en '80 vele hits scoort. The Kinks staan in totaal halen met maarliefst vijf platen een notering in de Mega Top 100. Met 'Dedicated Follower Of Fashion', 'Sunny Afternoon', 'Waterloo Sunset' en met zowel de studio- als de liveversie van 'Lola'.

Hoewel ze niet zo bekend als The Beatles of zo populair als de Rolling Stones of de Who waren, zijn de Kinks toch een van de meest invloedrijke bands van de Britse invasie. Tijdens hun lange gevarieerde carrière heeft de kern van de Kinks altijd bestaan uit de broers Ray en Dave Davies. Ze groeien op in Londen. In hun tienerjaren ontdekken ze beiden de gitaar en spelen ze skiffle en rock ’n roll met elkaar. Ray en Dave rekruteren bassist Peter Quaife en drummer Mickey Willet en vormen samen The Ravens in 1963. 

The Ravens

Een demo wordt opgenomen opgenomen die al snel bij de juiste persoon terecht komt. Het jaar erop biedt Pye Records The Ravens een platencontract aan. De gemiddelde leeftijd van de bandleden is dan achttien. Maar voor te tekenen, vervangen ze drummer Willet voor Mick Avory. Onder de bandnaam The Ravens nemen de jongens hun debuutsingle ‘Long Tall Sally’ op, een cover van Little Richard. Maar alvorens deze uit te brengen veranderen ze hun naam in The Kinks (dat zoveel betekent als 'De Afwijkingen' of 'De Hersenkronkels'). 

You Really Got Me

Ondanks de uitnodigende bandnaam flopt ‘Long Tall Sally’. Ook de tweede single ‘You Still Want Me’ bereikt de hitlijsten niet. Maar drie keer is scheepsrecht. ‘You Really Got Me’ wordt een hit. En een vette ook, want binnen de kortste keren staat het nummer in de Engelse hitlijsten op de eerste plaats. Ook in Amerika wordt het nummer een grote hit. ’You Really Got Me’ vertegenwoordigt de eerste sound van de Kinks. Snel daarna wordt hun vierde single ‘All Day And All Of The Night’ uitgebracht waarmee ze in Engeland de tweede positie bereiken, in de rest van Europa en Amerika een Top 10-hit scoren. 

Toeren

The Kinks touren erop los. Dit zorgt voor de nodige spanning in de band. Vanwege onduidelijke redenen besluit de Amerikaanse regering dat The Kinks vier jaar lang niet meer welkom zijn, wat betekent dat de band afgezonderd wordt van ’s werelds grootste markt voor muziek. Vanaf dat moment is Ray Davies' songwriting meer beïnvloed door Engelse country- en folkmuziek. Dit is duidelijk te horen op The Kinks Kontroversy, dat in 1966 verschijnt. 

Zomerhit

De eerste single van het daarop volgende album Face To Face, genaamd ‘Sunny Afternoon’, is een wrange sociale satire en wordt de zomerhit in Engeland in 1966. De Kinks hebben weer een nummer één hit. Ook in de Nederlandse hitlijsten bereikt de plaat de eerste positie. De opvolger van Face To Face heet Something Else en op dat album wordt de nieuwe stijl van The Kinks voortgezet. Ondanks de muzikale groei van The Kinks, verloopt hun platenverkoop minder rooskleurig en is het weer hoog tijd voor een hit. De plaat  Autumn Almanac wordt uitgebracht en daarmee staan The Kinks weer even in de Top 10 van de hitlijsten.

Oorlogstrauma

Ook de single ‘Days’ doet het redelijk, maar de teruggang van het succes wordt weer duidelijk na het geflopte album The Village Green Preservation Society uit 1969. Hoewel de critici het album met open armen ontvangen, heeft de koper schoon genoeg van de nostalgische neigingen van Ray Davies. Bassist Peter Quaife is het ook meer dan zat en verlaat de band. Hij wordt vervangen door John Dalton. De vier jaar durende ban van de Amerikaanse regering wordt opgeheven en The Kinks zijn weer vrij om Amerika onveilig te maken. Dit doen ze met de promotie van hun volgende album Arthur (Or The Decline And Fall Of The British Empire). Het centrale onderwerp van dit album is het verhaal van een man uit Londen die besluit naar Australië te verhuizen na de Tweede Wereldoorlog. De nummers gaan over de bijzonderheden van het wonen in een voorstad, het verdovende effect van bureaucratie en de verschrikkingen van de oorlog. Net zoals de voorgaande albums zijn de onderwerpen van de teksten veelal Brits maar muzikaal gezien is Davies afgestapt van de stijl die zijn vorige albums tot flops maakten. Arthur (Or The Decline And Fall Of The British Empire) wordt een redelijk succes. 

Favoriet

Ook het daaropvolgende album Lola Versus Powerman And The Money-Go-Round Part One uit 1970 scoort. Op dit album staat de eerst uitgebrachte versie van de hit ‘Lola’. (Een aantal jaren later wordt de live-versie van de single nog eens uitgebracht en dat levert weer een hit op). Dankzij dit album worden The Kinks de meest favoriete live-band in Amerika. En dat is natuurlijk een zoete wraak richting de Amerikaanse regering die ze vijf jaar daarvoor nog de toegang had geweigerd. In deze tijd besluiten de Kinks ook om de band te verrijken met keyboardspeler John Gosling. In begin 1971 verloopt de platendeal met Pye Records en kiest de band voor het contract dat RCA Records ze aanbiedt. Het eerste album dat ze bij RCA uitbrengen, Muswell Hillbillies gaan The Kinks weer de fout in omdat Davies toch nog een uitstapje maakt naar de nostalgische stijl van de geflopte albums van eind jaren ’60. Muswell Hillbillies flopt meedogenloos en om financieel in het reine te komen is platenmaatschappij RCA genoodzaakt om een verzamelalbum uit te brengen. The Kinks Kronikles wordt een succes. 

Rockopera's

In 1973 verschijnt het dubbelalbum Everybody’s In Showbizz. Het flopt in Engeland, maar in Amerika slaat het aan. Tussen 1973 en 1975 schrijft Davies een drietal rockopera’s te weten Preservation Act 1, Preservation Act 2 en Soap Opera. De eerste twee floppen maar de derde wordt een bescheiden commercieel succes. In 1976 verschijnt Schoolboys In Disgrace, een rockopera die steviger rockt en de nieuwe stijl van de band laat horen: hardrock. Dit is niet de enige verandering. Bassist John Dalton heeft de band verlaten. Hoewel The Kinks in Amerika een cultstatus hebben bereikt en gecoverd worden door punkbands als The Jam en The Pretenders, laat de band bij de release van elk nieuw album een commerciëler geluid horen. Er volgt een strook van successen. De albums Low Budget (1979) en opvolger Give The People What They Want (1981) worden goud en de singles ‘Come Dancing’ en ‘State Of Confusion’ bereiken hitstatus. The Kinks toert gedurende 1982 en 1983. 

Teloorgang

Rays muzikale nevenactiviteiten zorgt voor spanning in de band en drummer Mick Avory, die er vrijwel vanaf het begin was bijgeweest, wordt ontslagen. Word Of Mouth verschijnt in 1984. Hoewel het album in dezelfde stijl is als de twee succesvolle voorgangers, flopt het. Het is het begin van de achteruitgang van het succes. The Kinks zullen nooit meer de Mega Top 50 bereiken. Er volgt een aantal lijmpogingen met Think Visual, The Road en U.K. Jive. Deze albums worden bescheiden successen, maar leveren geen hitsingles op. In 1990 worden The Kinks opgenomen in de Rock ’n Roll Hall Of Fame, maar dit mag hun carrière niet baten. 

Voorbeeld

De albums Lost and Found, Did Ya en Phobia volgen. Ondanks redelijke kritieken blijft de verkoop uit. In 1995 valt de naam The Kinks steeds vaker omdat de heren genoemd worden als een voorbeeld voor de Britse bands Blur en Oasis. Ray Davies is weer regelmatig te zien in tv-shows als een soort van godfather voor de nieuwe generatie Britse successen. Maar natuurlijk ook om zijn biografie X-Ray (1996) te promoten, een boek waarin alle overweldigende successen maar ook alle meedogenloze flops van The Kinks de revue passeren.